MD10

De nog volledig originele romp van de laatst overgebleven beugsloep staat op haar eigen helling op de Menheerse Werf. Het unieke stuk varend erfgoed is gebouwd in 1896 in opdracht van Rederij C. Kolff & zn., één van de twee reders die Middelharnis als thuishaven hadden. Het was de eerste ijzeren beugsloep, gedoopt als ‘Johanna Hendrika’.

Beugsloepen

Beugsloepen waren rond 1900 de meest geavanceerde zeezeilende vissersschepen in Noord-Europa. De vloot beugsloepen viste op de rijke visgronden van de Noordzee. Middelharnis was thuishaven voor vele beugsloepen, in eigendom bij de reders Slis en Kolff. Het scheepstype was bepalend voor de visserij vanuit Middelharnis.

De schoener getuigde beugsloepen waren zeer snelle zeilers, die het gehele jaar werden ingezet. Met lange lijnen tot wel 14 kilometer lengte die met geaasde haken over de zeebodem zeilend werden uitgelegd, werd de vis gevangen en in de grote bun in leven gehouden, waarna zo snel mogelijk naar de afslag werd gezeild om de vis levend te verkopen.

Houten beugsloepen

De eerste beugsloepen werden gebouwd in hout. Hoewel eeuwenlang gebruikt als bouwmateriaal voor schepen, was hout geen ideaal bouwmateriaal. Het krimpt op het droge, zeilend op zee ‘werkt’ de huid en de naden moeten continu gebreeuwd worden. Alle houten schepen lekten. Het was geen teken van onzeewaardigheid, maar erg onplezierig voor met name de koffiekoker, de ketellapper, de inbakker en de kok, die tot taak hadden om het water uit het schip te pompen.
Ook waren houten schepen onderhevig aan het zo gevreesde ‘vuur’, een bepaald rottingsproces als het schip permanent vochtig blijft. Gezond hout kon ook een ‘vuurbacil’ in zich hebben. Een schimmel die langzaam uitgroeit tot de hele romp verzwamd raakte. In 1891 werden dan ook de eerste ijzeren sloepen op stapel gezet. Deze waren nog langer en ranker dan de houten beugsloepen.

IJzer: lang, slank en snel

De eerste ijzeren sloep kwam in 1896 in Middelharnis in de vaart. Uitgerust met twee grote masten, een zogenaamde schoener-sloep, met een lengte van 89 voet, 28 meter, een breedte van 6,70 meter en een diepgang van bijna 3 meter. De ijzeren sloepen konden een snelheid halen van 16 km per uur en zeilden goed aan de wind. De schippers op die sloepen waren zeer goede zeelui en vakbekwaam. Schipper op deze eerste ijzeren sloep was Leendert Koster.

De houten beugsloepen waren een relatief kort leven beschoren, maar de degelijk geklonken ijzeren rompen hebben nog lang gevaren. Na de teloorgang van de Nederlandse beugvisserij rond 1915, zijn de ijzeren beugsloepen verkocht om te dienst te doen als logger, motorlogger of vrachtschip. De vloot is op die manier uitgespreid over Noord-Europa, met vaak Scandinavië als laatste vaargebied. Uiteindelijk zijn er momenteel nog twee rompen van dit scheepstype bekend: één als basis voor een woonboot in Scandinavië, als restauratieproject te ver heen. Het andere exemplaar is de ‘Johanna Hendrika’, visserijkenmerk MD10.

Johanna Hendrika MD10

Het eigendom van het zeevarend monument MD10 ‘Johanna Hendrika’ lag tot maart 2021 bij de Stichting tot Behoud Beugsloep MD10 ‘Johanna Hendrika’, opgericht op 29 april 2004 en statutair gevestigd op de Koningin Julianaweg 31, 3241 XB Middelharnis, handelend vanuit Spuistraat 1-3, 3241 CZ Middelharnis. Het schip is in maart 2021 overgedragen aan de werfstichting. De behoudstichting van de beugsloep is na de overdracht opgeheven.

De missie van de weefstichting blijft t.a.v. de MD10 hetzelfde als onder de vorige eigenaar:

  • De restauratie tot varend monument in de klasse A van het Register Varend Erfgoed Nederland van de aan de stichting in eigendom toebehorende, in 1896 voor de beugvisserij gebouwde beugsloep ‘Johanna Hendrika’, geregistreerd in Middelharnis met visserijkenmerk M.D.10, hierna te noemen ‘Johanna Hendrika’.
  • Het onderhoud en de exploitatie van de ‘Johanna Hendrika’ als zoveel mogelijk publiektoegankelijk monument, liggend en varend vanuit haar oorspronkelijke thuishaven Middelharnis en het verrichten van al hetgeen met het vorenstaande verband houdt of daartoe bevordelijk kan zijn

Middelen

De stichting spant zich in om de doelstellingen te halen door onder meer:

1. Het promoten van de ‘Johanna Hendrika’ in de ruimste zin bij alle zich daartoe voordoende mogelijkheden
2. Het verzorgen van de fondsenwerving ten behoeve van de restauratie, het onderhoud en de exploitatie van de ‘Johanna Hendrika’ en, na restauratie, ten behoeve van culturele, maatschappelijke, sociale, opvoedkundige en onderwijsbevorderende evenementen aan boord en middels vaartochten en onderricht
3. Het tegen vergoeding organiseren van vaartochten voor bedrijven, instellingen en individuele particulieren
4. Het verkrijgen van de daartoe benodigde geldelijke- en andere middelen
5. Het aanleggen en beheren van geldelijke reserves en/of fondsen
6. Het organiseren en/of doen organiseren van manifestaties en acties tot jhet verkrijgen van geldelijke- en andere middelen
7. Alle andere wettelijke en geoorloofde middelen die met haar doel verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn
Data MD10

Algemene gegevens:

Afmetingen:

  • Lengte over de stevens 27,82m | Lengte loodlijnen 25,42m | Grootste breedte 6,40m
  • Holte 3.27m | Diepgang 3,18m achter en 2,50m voor
  • Bouwjaar 1896 | Werf Rijkée Rotterdam
  • Waterverplaatsing ± 120 ton
  • Bruto Registerton 115 GT volgens DNV registratie voor 1969
  • Fokkemast hoog ± 24 m boven water
  • Achtermast met steng, hoogte ± 26 m boven water. Mast 30 m
  • Grootzeil achter 96 m2,topzeil achter 43m2Totaal achter= 139 m2
  • Grootzeil voormast 73m2,topzeil voor 18m2Totaal voor = 91 m2
  • Voorzeilen Kluiver 46.5 m2 Fok 35 m2 Totaal voorzeilen = 81.5 m2
  • Totaal zeil oppervlak max= 311 m2, zonder topzeilen= 250 m2